- 600 gram, hamlappen, in blokjes
- 2 laurierblaadjes
- 4 takjes tijm
- 8 peperkorrels, gekneusd
- 5 teentjes knoflook
- 300 ml rode wijn
- olijfolie
- 2 witte boterhammen, zonder korstjes, in blokjes
- 1 ei, losgeklopt
- 4 el room
- 250 gram ontbijtspek, in lange plakken
- 300 gram kippenlevers
Leg de blokjes hamlap in een schaal. Bestrooi met zout en de laurier, tijm, peperkorrels, en 4 teentjes geplette knoflook ertussen. Schenk de wijn en 2 el olie erbij en schep om.
Laat het vlees minimaal 4 uur (liefst een dag) marineren afgedekt in de koelkast.
Bekleed de patévorm (ik gebruikte een cakevorm van 30 cm) dakpansgewijs met 200 gram spekrepen. Laat de spekrepen aan de zijkanten overhangen zodat je ze later terug kan klappen.
Snij de overgebleven spekrepen fijn.
Verwarm de oven op 200 graden.
Bak de fijn gesneden spek met de kippenlevers en een geperst teentje knoflook in een beetje hete olijfolie totdat de kippenlevers roze en bijna gaar zijn.
Neem het vlees uit de marinade en maal samen met de kippenlevers en het broodmengsel tot een grof gehakt. Breng het gehakt op smaak met zout en peper.
Om te testen of het gehaktmengsel goed op smaak is, kun je een klein balletje even garen in kokend water en proeven.
Schep het gehaktmengsel in de vorm en druk goed aan. Tik een paar keer flink met de vorm op het werkblad om eventuele luchtbellen te verwijderen.
Vouw de overhangende spekrepen over de bovenkant van de paté. Knip eventueel een stukje van de uiteinden af als het te dik wordt.
Zet de vorm in een ovenschaal en vul de ovenschaal tot net onder de rand met kokend water.
Bak de paté in 1,5 uur gaar in de oven.
Laat afkoelen en zet hem tot gebruik in de koelkast.
Snij de paté circa een half uur vanuit de koelkast in plakken en laat op temperatuur komen voor serveren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten